Skip to content

Landbouw en kalk

Kalk wetenswaardigheden :

  • Kalk is nodig als plantenvoedsel. Alle planten hebben kalk nodig. Sommige veel, bijvoorbeeld suikerbieten, een kalkminnend gewas. Andere weinig, bijvoorbeeld aardappelen, een kalkmijdend gewas.
  • Kalk bevordert de omzetting van organisch materiaal zoals drijfmest, graszoden, wortel- en stoppelresten. Plantenvoedsel komt hierdoor eerder vrij.
  • Kalk bindt schadelijke zuren in de grond.
  • Kali, ammoniumstikstof en magnesium worden door kalk verdreven uit hun vaste binding met klei en humusdelen. Hierdoor komen ze voor de plant beschikbaar. Kalk kan in water opgeloste fosfor aan zich binden waardoor deze fosfor niet meer uitspoelt.
  • Kalk werkt structuurverbeterend op kleigrond doordat kleideeltjes door kalk aan elkaar gebonden worden. De kleigrond wordt losser, minder slempig, sneller droog en warm, beter bewerkbaar.
  • Het bodemleven ontwikkelt zich beter bij een voldoende hoeveelheid kalk in de grond.
  • Meer of minder kalk in de grond heeft invloed op het optreden van plantenziekten. Op grond met weinig kalk komt bijvoorbeeld veel sneller magnesiumtekort voor.
  • Een goede kalktoestand en pH bevordert sterk het rendement van de aan de grond toegevoegde kunstmest en organische mest. Bij een slechte kalktoestand wordt veel dure kunstmest verspild.
  • Op kleigrond komt van nature kalk voor in de vorm van koolzure kalk, soms wel 10%. Ook in sommige zandgronden aan de kust. Die koolzure kalk is belangrijk als leverancier van die kalk die gebonden is aan klei- en/of humusdelen, de ‘actieve kalk’.
  • Door opname van planten, door uitspoeling, door zure meststoffen en zure regen verdwijnt er kalk uit de grond. Als er van nature geen voorraad is waaruit wordt aangevuld zoals bijvoorbeeld kleigrond met schelpen, moet dit verlies regelmatig door bekalken worden aangevuld.

pH – zuurgraad

De waardemeter voor de kalktoestand is de pH. Dit is de zuurgraad. Minder kalk maakt zuurder, meer kalk maakt basischer of minder zuur.

  • De verschillen in pH zijn erg groot en lopen uiteen van 3.5 tot 8.5.
  • Kleigronden hebben over het algemeen een hogere pH dan zandgronden.
  • Sommige gewassen vragen een betrekkelijk hoge pH, andere een lagere.

Elk gewas heeft een eigen optimale pH waarbij het gewas de hoogste opbrengst geeft. Bij een hoger percentage organische stof, bijvoorbeeld dalgrond, is de optimale pH lager. Op zware klei is de optimale pH hoger dan op lichte klei of zavelgrond.

Uit de bemestingleer kennen wij tabellen die een optimale pH aangeven voor bepaalde gewassen of landbouwplannen op bepaalde grondsoorten bij bepaalde humusgehalten.

Wanneer de pH van de grond niet optimaal is zullen gewassen geen maximum opbrengst geven. Hieronder als voorbeeld de opbrengstverliezen bij maïs op zand-,dal- en lössgrond als de pH te hoog of te laag is (bron NMI-Agro te Wageningen).

Opbrengstverlies:

Opbrengstverlies :

 % organische stof
pH3822
4,0251518
4,4842
4,820,50
5,2001
5,613,57
6,071218
Deze tabel geeft het verlies in opbrengst aan in een %.

Zandgrond met een organisch stofgehalte van 3% zal bij een pH van 4,0 dus een opbrengst geven die 25% lager is dan mogelijk. De hoogste opbrengst wordt hier gehaald bij een pH van 5,2.

Grasland vraagt een pH van 4.8 of hoger. Als de pH aanzienlijk te laag is zijn de goede grassen meestal verdwenen. Een onderhoudsbekalking is dan niet voldoende om de grasmat te verbeteren. Het op peil brengen van de pH op zure percelen grasland zal dan ook meestal gepaard gaan met nieuwe inzaai. Tijdens de grondbewerkingen kan de kalk dan in de bewerkte laag worden ingewerkt. Dat is belangrijk want kalk is niet oplosbaar in water en verplaatst zich dus in de bodem niet van boven naar beneden.

Reparatie bekalking:

Bij een te lage pH zullen de gewassen geen maximale opbrengst geven en zal de pH dus moeten worden verhoogd door een hogere kalkgift. Deze kalkgift noemen we een reparatiebekalking. Om de hoeveelheid kalk te bepalen die nodig is om de pH op het juiste peil te brengen hebben we een grondanalyse nodig.

Onderhouds bekalking :

Als de pH goed is zal door onttrekking van de gewassen, door uitspoeling, door zure regen en door zure meststoffen kalk verdwijnen en de pH geleidelijk dalen. De verdwenen kalk zal regelmatig moeten worden aangevuld om de drie of vier jaar. Deze kalkgift noemen we onderhoudsbekalking.

Kalk in de klei-akkerbouw:

Klei en zavelgronden hebben vaak een natuurlijke hoeveelheid kalk waardoor de pH niet daalt. Op rivierklei en oude zeeklei, waar de kalkvoorraad bijna is uitgeput en minder dan 2% CaCO3 over is, daalt de pH wel en wordt de structuur slechter. Daar is elk jaar ongeveer 1000 kg kalk met een neutraliserende waarde van 50 nodig. Deze gift (2.500 – 3.000 kg) wordt eens in de drie of vier jaar gegeven, afhankelijk van het bouwplan.

Bieten vragen de hoogste pH, aardappelen de laagste. Daarom wordt de kalk voor drie of vier jaar vlak voor de bieten gegeven, liefst in het najaar.

Kalk, vooral koolzure kalk zoals VITAKAL®, verhoogt niet alleen de pH, maar verbetert ook de structuur van de grond. De bewerkbaarheid wordt door een kalkbemesting beter, de grond droogt in het voorjaar sneller op en heeft minder last van slemp.

Bemestingsadvies

De hoeveelheid kalk die uw land nodig heeft kan alleen worden bepaald na het nemen van grondmonsters. Afhankelijk van de teelten wordt er een bekalkings advies afgegeven.
Hiervoor kunt u in Nederland terecht bij Eurofins-Agro en in België bij de Bodemkundige Dienst van België.

Tenslotte:

Een topbekalking van bieten met 500 of 1000 kg VITAKAL  of MAGKAL  per hektare vermindert de slemp. De opkomst van bieten wordt beter en behoeft minder vaak te worden overgezaaid.